Problemen met scleralenzen

Problemen met scleralenzen

Wie met keratoconus nog enigszins goed wil kunnen zien, is in veel gevallen aangewezen op het dragen van scleralenzen. Helaas ervaren ook veel mensen problemen met scleralenzen. Ze kunnen last hebben van droge en rode ogen. Ook komt het regelmatig voor dat het niet lukt om een scleralens in te zetten doordat dit zo’n grote lens is die ook nog eens gevuld moet worden met vloeistof.

Beter zicht met de scleralens

Het voordeel van een scleralens is de stabiele positie van de lens op het oog. Ook bij knipperen beweegt de lens niet, waardoor het zicht heel stabiel is. De kwaliteit van het zicht is met de scleralens dus beter dan met een kleine harde (corneale) lens. Ook is het draagcomfort van de scleralens heel goed. De randjes worden niet of nauwelijks gevoeld omdat deze ver achter de oogleden liggen. De oogleden knipperen alleen maar over het gladde lensoppervlak. En doordat dit lenstype het gevoelige hoornvlies niet raakt zou je met deze lens helemaal geen klachten verwachten. Vaak worden de problemen van oogirritatie bij scleralenzen aan een slechte pasvorm toegeschreven. Maar waar kunnen problemen met scleralenzen ook vandaan komen?

Mogelijke problemen met scleralenzen

Midday fogging:
Deze Engelse term staat voor het troebel worden van de traanlaag tussen het oog en de lens. Scleralenzen sluiten een traanlaag tussen het oog en de lens op. De traanlaag wordt echter nauwelijks ververst tijdens het dragen. Het hoge tempo van de stofwisseling van het hoornvlies produceert grote hoeveelheden afvalstoffen die zich achter de lens ophopen. Door de troebele traanlaag ontstaat mistig zicht. De lens kan dan het beste worden uitgenomen en opnieuw weer worden ingezet met verse inzetvloeistof.

Rode ogen en/of droge ogen:
Scleralenzen passen op de sclera. De sclera wordt bedekt door een slijmvlies (de conjunctiva). De conjunctiva zit vol met mastcellen. De histamine in de mastcellen komt vrij door wrijving. De druk van een scleralens kan de toch al gevoelige conjunctiva irriteren waardoor een allergische reactie ontstaat, zeker tijdens de hooikoortsperiode. Daarbij komt nog dat het lensmateriaal van scleralenzen hoog zuurstofdoorlatend is. Hierdoor is het lensmateriaal gevoelig voor eiwit aanslag. Eiwitten die op het lensmateriaal neerslaan veranderen van structuur en gaan zich als een allergeen gedragen. Het oog krijgt dan een allergische reactie door de eiwitaanslag. Soms worden scleralenzen alleen maar verdragen met ondersteunende oogdruppels die de oogarts voorschrijft. Antihistamine oogdruppels kunnen de tolerantie van scleralenzen fors verbeteren.

Last van de contactlensvloeistoffen:
Bij het gebruik van scleralenzen horen contactlensvloeistoffen zonder conserveermiddelen. Ook al zitten er geen conserveermiddelen in de vloeistof, dan nog kan een vloeistof het oog irriteren. Zo kan ook de pH van de vloeistof sterk afwijken van de eigen traan. Lichte branderigheid die de eerste 10 minuten aanhoudt is een aanwijzing voor een vloeistof probleem.

Last van cosmetica:
Alle crèmes en make-up die op het gezicht worden gebruikt kunnen in het oog terecht komen, ook al gebruik je dit ver van het oog vandaan. Cosmetica is vaak vettig qua samenstelling. Komt cosmetica op een scleralens dan gaat dat er lastig weer vanaf. Een vettige lens geeft wazig zicht. Regelmatig blijkt de lenszuiger waarmee de lens wordt ingezet een vettige afdruk te geven. Zorg er dus voor dat je schoon werkt.

Niet scherp zien:
Scleralenzen creëren voor het vervormde keratoconus hoornvlies een nieuwe mooie gladde voorzijde. Op basis van dit principe werken alle keratoconus contactlenzen. Je zou denken dat het oog dus weer perfect zou moeten kunnen zien met een scleralens, maar niets is minder waar. Een scleralens corrigeert alleen de vormfout van de voorzijde van de keratoconus. Keratoconus zit echter ook aan de binnenzijde van het hoornvlies. Doordat deze fout niet wordt gecorrigeerd ontstaan schaduwen aan de bovenzijde van letters in plaats van schaduwen aan de onderzijde van letters. Gelukkig zijn de schaduwen met een scleralens veel kleiner dan de schaduwen zonder lenscorrectie. Deze ongecorrigeerde oogfouten worden ook wel hogere orde aberraties genoemd. Hierdoor merk je met name ’s avonds dat je alsnog niet helemaal scherp kunt zien.

Minder problemen met scleralenzen

In de loop van de jaren zijn problemen met scleralenzen aanzienlijk verminderd. Er is namelijk technisch veel verbeterd. De lenzen zijn veel dunner geworden en de moderne lensmaterialen meer zuurstofdoorlatend. Ook de kennis over het aanpassen van de lenzen is enorm verbeterd, net als de beschikbaarheid van betere scleralens pasvormen. De komst van kleinere scleralenzen heeft veel problemen weggenomen van grote scleralenzen. Ook de afwerking van scleralenzen is beter geworden. Draaibanken kunnen veel preciezer allerlei ingewikkelde vormen draaien. Met de komst van scleralenzen met wavefontcorrectie (Conepower technologie) kunnen problemen met schaduwen beter gecorrigeerd worden.