- Persoonlijk contact
- Ruimte en tijd voor jou
- Expert op het gebied van keratoconus
- Meting is vrijblijvend en kostenloos
Wat is strooilicht en wat kun je eraan doen?
Strooilichthinder bij keratoconus
Wanneer er licht op het oog valt zal het hoornvlies het licht sterk bundelen. De pupil zorgt ervoor dat alleen een deel van deze bundel verder het oog in kan vallen. Met de ooglens kan de mens de lichtbundel als brandpunt op het netvlies laten samenkomen. Wanneer het brandpunt precies samenkomt op de gele vlek kan de mens scherp zien.
Strooilicht
Strooilicht ontstaat door troebelingen in het oog. Licht valt op een troebeling en verspreidt zich ver buiten de bundel. Ieder oog heeft wel wat strooilicht. Het menselijke oog is niet perfect. Mensen met keratoconus hebben duidelijk meer strooilicht. Wanneer licht dat buiten de bundel valt het netvlies zo sterk belicht dan treedt verblinding op. De perifere netvliescellen vuren dan net zo sterk als de netvliescellen van de gele vlek. Lichtverblinding kan oncomfortabel tot zelfs pijnlijk aanvoelen. Ook vermindert strooilicht de contrastgevoeligheid. Patiënten met veel strooilichthinder kunnen zich aan het einde van de dag zeer vermoeid voelen. Strooilichthinder kan voor mensen met een troebele ooglens (staar) de reden zijn voor een staaroperatie. Strooilichthinder voor mensen met keratoconus leidt zelden tot een hoornvliestransplantatie, vanwege de complexiteit van deze ingreep.
Strooilichthinder kan leiden tot functiebeperkingen
Iedereen heeft in meer of mindere mate wel last van ‘in het licht kijken’. In fel licht kijken is nooit prettig, maar mensen met keratoconus hebben als snel 2x zoveel last van strooilicht in vergelijk tot mensen zonder keratoconus. Tranende ogen, hoofdpijn, knijpen met de ogen of het willen dragen van een zonnebril en/of petje zijn het gevolg. Soms gaat iemand met keratoconus helemaal niet meer naar buiten. Ook in het donker veroorzaakt strooilicht hinder. Dat valt vooral op bij het zien van autolampen. Een koplamp krijgt er dan een lichtkring (halo) omheen of vervormt tot een ster (starburst). Het verschijnsel waarbij licht verstrooid wordt noemt men ook wel ‘glare’. Het effect van verhoogd strooilicht is enigszins vergelijkbaar met het zicht door vieze brillenglazen of een autoruit met regendruppels. Zo kan iemand zonder strooilichthinder het probleem van keratoconus iets beter begrijpen.
Strooilicht behandeling
Om strooilichthinder te verminderen is het dragen van een zonnebril mogelijk. Soms is zelfs een extra zonneclip op de zonnebril nodig om het zien onder felle lichtomstandigheden mogelijk te maken. Andere mogelijkheden om hinder van strooilicht te verminderen, zijn onder meer het gebruik van gekleurde contactlenzen.
Strooilicht onderzoek
Om exact te weten wat voor jou de beste oplossing is om je strooilicht hinder te verlichten, is een strooilicht onderzoek met een strooilichtmeter nodig. Middels een strooilichtmeter kan op een objectieve manier de hoeveelheid strooilichthinder worden bepaald. De eerste testresultaten laten zien dat de graad van keratoconus direct is gerelateerd aan een toename van strooilicht.
Meer weten over strooilicht?
Wil je meer weten over wat strooilicht met je gezichtsvermogen doet? Neem dan gerust contact met ons op.